Mei: altijd een maand van herinneren, terugkijken en vieren. En deze OSN past daarbij met artikelen over de vele oorlogen, politionele acties, of hoe ook maar genoemd, die Nederland ondergaan of heeft gevoerd. Wat het ondergaan betreft: de Liemers is meermalen door legers overlopen.

Marcel Pelgrom schrijft over 'Onze jongens in Indië.' Vanuit een kort overzicht waarom Nederlanders in de Oost waren tot de nu ook zo vaak besproken bezettingen van Indonesië. In het totaal waren zo'n 200.000 Nederlandse jonge mannen in de periode 1945-1950 betrokken bij de strijd, vanuit Zevenaar ongeveer 150. Even verder terug in de tijd ligt de Liemers midden in het strijdtoneel van de Spaanse en Staatse troepen. Leen den Besten beschrijft de periode 1568-1636. Stadhouder Maurits, de zoon van Willem van Oranje en aanvoerder van de Staatse troepen, vestigde enige tijd zijn hoofdkwartier in de kerk van Oud-Zevenaar, zodat de Elterberg, waar het Spaanse leger bivakkeerde, in de gaten gehouden kon worden.

Het derde artikel gaat over de nachtwacht in Zevenaar. De veiligheid in de stad werd door schout, rakkers, schutterijen en nachtwakers (de voorgangers van de huidige BOA’s) bewaakt. Gelukkig heeft Zevenaar in 1636 nachtwaker Elders. Hij gaf niet alleen de tijd aan, maar maakte ook onheil bekend door op zijn hoorn te blazen. Later, ‘in den onaangenamen en wegens dieveryen seer gevaarlyken wintertyd’, werd een tweede nachtwaker aangesteld.

Tenslotte. We kunnen weer. De Vereniging organiseert een excursie naar museum Min40Celcius in Varsselder. ‘Nooit meer’ klinkt in deze onrustige tijden duidelijker dan ooit.